Bijlage:
H78.372-00a.pdf [461.47 KiB]
883 keer gedownload
Dit item gaat over aandrijfassen van het type dat ongeveer van 1966 t/m 1969 op HY's werden gemonteerd. Deze hebben niet het tripodehuis van na 69 maar een as uit twee delen, namelijk de aandrijfas met dubbele kruiskoppeling (wielzijde), waarvan de spiebanen in een schuifstuk met enkele kruiskoppeling (bakzijde) geschoven wordt.
Ik heb een garage gevraagd gereviseerde schuifstukken (bakzijde) te monteren.
Op het plaatje (Handeling H78.372-00a uit het HY handboek) staat dat de ogen van de aandrijfas in lijn moet liggen met die van het schuifstuk, zoals je ook op het plaatje kunt zien. Daarbij komen de smeernippels van beide asdelen onder een hoek van 90 graden te staan.
Mijn garage (ervaren in 2cv en HY) heeft nu echter de beide delen in elkaar geschoven met beide smeernippels aan dezelfde kant, hetgeen inhoudt dat de ogen van de beide delen niet goed tegenover elkaar zitten.
Mijn vraag is nu: Hoe erg is dit?
In het handboek staat ook bij 'Handeling H78.372-1' op blz 2 bovenaan: 'Controleer of de hartlijn van één der kruisstuktappen van het schuifstuk evenwijdig ligt met de hartlijn van één de kruisstuktappen van de dubbele kruiskoppeling, teneinde een gelijkmatige aandrijving te waarborgen.'
Het lijkt dus best belangrijk te zijn. Ik voel bij grote belasting (bij het optrekken of accelereren) wel een trilling. Ik heb vorig jaar een gebroken schuifdeel gehad en ben bang dit jaar weer problemen te krijgen. Omdat ik regelmatig met een aanhanger met een Méhari erop rondrij en ook zo naar Kroatië wil heb ik die gereviseerde schuifdelen laten monteren (kon het zelf niet wegens ontbreken van speciaal gereedschap om de stuurkogel en de fusee los te maken).
Wat te doen, de garage vragen de fout te herstellen of loopt het zo'n vaart niet?